Opdrachtgever: Stichting Boerhaave



Anatomie gebouw

Begin 2012 hebben wij mee gedaan met een architecten selectie uitgeschreven door de Stichting Boerhaave voor de herinrichting en nieuwbouw van het voormalig Anatomisch laboratorium ten behoeve van de huisvesting van promovendi van de Universiteit Leiden.

De ontwerpopgave bestond uit verschillende deel onderwerpen als het ontwerp principe van de directe omgeving van het gebouw en het ontwerpen van de nieuwbouw toren naast het voormalige Anatomie gebouw. Hieronder een korte samenvatting van onze inzendig.

 

Inleiding

In de combinatie van oud en nieuw schuilt voor veel architecten de ideale ontwerpopgave die een grote mate van vakkennis en creativiteit vraagt in het oplossen van de ontwerpproblemen. De uitdaging ligt niet uitsluitend in de opgave zelf besloten maar is ook in het bestaande gebouw verstopt. Welke karakteristieke eigenschappen van datgene, dat al aanwezig is, kunnen worden ingezet in het ontwerp op zodanige wijze dat het geheel van oud en nieuw meer is dan louter de som der delen.

1) Omgeving, de ingang verplaatsen

Het eerste uitgangspunt is de hoofdentree van het bestaande gebouw dat zich nu in de noordgevel bevindt. De wens een campus te creëren leidt tot gebouwen met alzijdige gevels waarbij het onderscheid tussen voor-, achter- en zijgevel grotendeels verdwijnt.
 
De gevels aan de binnentuin met vijver hebben nu alle kenmerken van een achtergevel met de onbetekenende achterdeur in het hoofdtrappenhuis. De verdiepte deuren van het souterrain, de dichte kopgevels van de vleugels en de centrale vijver versterken het karakter van de achterkant van het gebouw. Dat is voor ons aanleiding te onderzoeken op welke wijze het karakter van de achtergevel en achtertuin gewijzigd kan worden in voorgevel en voortuin, beter passend bij een campus.

Het merkwaardige is dat het trappenhuis aan de achterzijde met de beide uitgebouwde vleugels veel meer allure heeft dan de vlakke voorgevel waarin alleen een kleine puntgevel de hoofdentree markeert. De schetsen laten zien dat met enkele kleine ingrepen aan dit trappenhuis het hele karakter wijzigt in een kasteelachtige voortuin met majestueuze entree. De huidige hoofdentree in de noordgevel kan gehandhaafd blijven als secundaire toegang passend in de sfeer van de campus.

2) De nieuwbouw

De nieuwbouw bevat zes woningen van 40m2 per laag met een totale hoogte van 40 meter zoals is vastgelegd in het bestemmingsplan. Drie met elkaar samen-hangende aspecten, de architectuur, de logistiek en de woningindeling vragen om uitwerking bij dit deel van de opgave.

Onze conclusie is dat de hoogte op zich niet het probleem is als wel de massa. Deze massa lossen we op twee manieren op. Op de eerste plaats kiezen we voor een rechthoekige oplossing waarvan één zijde in ieder geval de breedte maat van de vleugels van het bestaande gebouw overneemt.

Ten tweede hebben we getracht de massa verder te breken in de hoogte. Er ontstaat een kleine massa die in breedte en hoogte overeenkomsten heeft met de bestaande bouw. Deze overeenkomsten maken dat de aansluiting van het kleine deel van de nieuwbouw en de bestaande bouw heel natuurlijk aanvoelt.

Omdat stedenbouwkundig de oriëntatie van de Wassenaarseweg juist in de hoogbouw terugkomt hebben we het kleine deel van de nieuwbouw laten aansluiten bij het bestaande gebouw en het grote deel de hoekverdraaiing meegegeven volgens de richting van de Wassenaarseweg.

De baksteen gevel is als een gordijn rondom het gebouw getrokken en loopt dus ook door over de buitenruimten bij het veiligheidstrappenhuis. De verticale doorbreking van dit gordijn markeert de gemeenschappelijke ruimte op de hoogte van de bestaande bebouwing. Deze ruimte heeft een glasgevel en bevat natuurlijk enkele terug liggende kolommen voor het overbrengen van krachten. De horizontale doorbreking aan de onderzijde markeert de entrees tot de nieuwbouw.

Met deze twee ingrepen in het in wezen eenvoudige nieuwbouw blok wordt de combinatie tussen bestaand en nieuw heel spannend. De nieuwbouw reageert op het bestaande gebouw zowel in hoogte als in oriëntatie waardoor de combinatie meer wordt dan de som der delen.